“Eenzaamheid voorkomen begint met signalen herkennen”
Eenzaamheid onder ouderen is een groot probleem. Alle reden voor Evean om het aan te pakken. Petra Feenstra, wijkverpleegkundige met aandacht voor wijkgericht werken, volgde de opleiding tot Ambassadeur Eenzaamheid: hoe signaleer je eenzaamheid en hoe ga je het gesprek aan met de cliënt? Ze deelt haar kennis nu met medewerkers in de thuiszorg. Ook komt ze zelf bij cliënten thuis. “Soms zijn de signalen van eenzaamheid zo tastbaar. Het is mooi om met mensen in gesprek te gaan en samen met de verzorgenden, verpleegkundigen en de zorg- en welzijnspartners in de wijk naar oplossingen te zoeken.”
Petra legt uit: “Er zijn drie vormen van eenzaamheid te benoemen. Bij sociale eenzaamheid mist iemand een sociaal netwerk. Mensen willen wel aansluiting vinden, maar weten vaak niet waar ze moeten zijn. Bij emotionele eenzaamheid kunnen mensen gevoelsmatig hun ei niet kwijt. Dan kun je veel vrienden hebben, als je partner wegvalt, mis je toch dat ene luisterende oor. En tot slot heb je nog existentiële eenzaamheid, waarbij plotseling de vloer onder iemands bestaan wegvalt, bijvoorbeeld door een scheiding of verlies van een baan.”
Ziek van heimwee
Petra komt in de praktijk regelmatig sociale eenzaamheid tegen. “Nog niet zo lang geleden was ik bij een cliënt in Langedijk. Ze had haar vertrouwde stek in Alkmaar verruild voor een woning in een nieuwbouwwijk. Steeds vaker meldde ze zich bij de huisarts met allerlei kwalen. Een gesprek met de ouderenconsulent in de wijk bracht helderheid: ze was gewoon ziek van heimwee.”
Aanvankelijk leek terugverhuizen naar Alkmaar een interessante optie. “Maar dan zou ze onder aan de wachtlijst komen te staan. Bovendien kom je nooit meer te wonen op de plek, waar je samen met je partner en je kinderen hebt gewoond. Elders in de wijk is er dan net zomin sprake van sociale cohesie. Zo is ze nog niet geholpen.”
Ik heb nu mensen om mij heen en ben niet ziek meer!
Opgeklaard
“In gesprek met de cliënt bleek vooral dat ze moeilijk contact met anderen vond. ‘Waar moet ik dan heen?’ Gevraagd naar haar behoeften en hobby’s gaf ze aan van koken en handwerken te houden. Toen hebben we haar in contact gebracht met een handwerkclub en kookclub. Mevrouw klaarde helemaal op. Ze zei laatst nog: ‘Ik heb nu mensen om mij heen en ben niet ziek meer.’ Dat ze zich niet meer eenzaam voelt, heeft een bijkomend voordeel: ze heeft veel minder zorg nodig”, vertelt Petra.
Overigens zijn het niet alleen lichamelijke klachten die een signaal kunnen zijn voor eenzaamheid, aldus Petra: “Soms horen we cliënten zeggen dat het ‘zo gezellig is als we langskomen, omdat we het enige contact met de buitenwereld zijn’. In dat geval kan er een lampje gaan branden.” Een vragenlijst helpt verzorgenden om eenzaamheid te signaleren en de cliëntbehoefte in kaart te brengen. “Zo kunnen ze een match maken met een vrijwilliger, welzijns- of zorgorganisatie of activiteitenclub.”
Eenzaam in een groep
“Overigens”, haast Petra zich te zeggen, “een activiteit of club is niet altijd de oplossing. Binnen een groep kun je je weer emotioneel eenzaam voelen. In een handwerkclub worden er doorgaans geen diepgaande gesprekken gevoerd. Wat dan bijvoorbeeld kan helpen, is het ‘kletsbordspel’. Aan de hand van foto’s, zoals van een kerstboom, worden groepsdeelnemers uitgenodigd om te beschrijven wat ze zien en wat ze daarbij voelen. Dit kan voor een deelnemer die al jaren tijdens de kerst de kinderen niet meer ziet, hét moment zijn om dit verdriet te delen.”
“Soms kunnen ouderen zelf van elkaar leren, soms is een huisbezoek van de wijkverpleegkundige gewenst, dan weer kan doorverwijzing naar een psycholoog, psychiater, welzijnsmedewerker of -organisatie nodig zijn. Zo werken we met tal van professionals en vrijwilligers in de wijk aan eenzaamheidspreventie.”